De werkgroep voor het historisch landschap in Bourgondië

Een interdisciplinaire groep onderzoekers, met hun basis aan de Universiteit van North Carolina, hebben meer dan 30 jaar gewerkt in de regio Bourgondië van Frankrijk. We hebben geprobeerd de veranderingspatronen te begrijpen in de woonplaatsen van mensen en het landgebruik, gedurende een periode van 2.000 jaar vanaf de IJzertijd, Gallo-Romeinen, Middeleeuwse perioden tot in de huidige tijd. Ons project omvatte ene brede variëteit aan disciplinaire onderzoekers, en een deel van ons project omvatte hoe dergelijke langdurige interdisciplinaire onderzoeksactiviteiten uit te voeren. GIS, GPS en observeren op afstand waren integraal aanwezig in ons werk, en onze database voor GIS werd pas gemaakt in 1986, één van de eerste dergelijke archeologische toepassingen. We hebben archeologische, historische, geologische, ecologische en etnografische onderzoeken gedaan in het gebied rondom de commune van Uxeau, in zuidelijk Bourgondië, wat een rijk en flexibel landschap heeft dat productiviteit en stabiliteit over een lange periode heeft behouden.

Ons onderzoeksgebied in zuidelijk Bourgondië, Frankrijk. Het onderzoek werd uitgevoerd in en rondom de commune van Uxeau, weergegeven in het midden rechts.

Ons onderzoeksgebied in zuidelijk Bourgondië, Frankrijk. Het onderzoek werd uitgevoerd in en rondom de commune van Uxeau, weergegeven in het midden rechts.

Ons project en hoe QGIS werd gebruikt

Ons onderzoek, georganiseerd door het theoretisch framework van de Historical Ecology, concentreert zich op de interactie tussen mensen, hun gemeenschappen, natuurlijke en gebouwde omgevingen, en hoe deze gedurende de tijd zijn veranderd. Met behulp van een verzameling historische kaarten van het gebied, teruggaande tot 1659, hebben we objecten van in totaal 21 kaarten in onze uitgebreide database voor GIS gescand, gedigitaliseerd en uitgenomen. Objecten in onze database omvatten landgebruik (bos, wijngaarden, weilanden en landbouwgronden), vijvers en stromen, molens, wegen en gebouwen uit deze verschillende tijden, waar mogelijk. We hebben ook kadastrale perceelgegevens uit 1834, 1964 en 2012, wat ons gedetailleerde gegevens levert over de wijzigingspatronen in het gedetailleerde landgebruik voor de commune van Uxeau (zie locatie in Figure 1). Ons project is interdisciplinair, en we hebben uitgebreid veldonderzoek gedaan, orale geschiedenis en etnografische interviews, onderzoek van documenten in verscheidene bibliotheken en archieven, en geologische en ecologische analyses (zie Figure 3).

Een belangrijk object van dit landschap is water, en dat is één van de speerpunten van ons huidige onderzoek. Het gebied is doorsneden door stromen die zijn afgedamd om vijvers te maken, waarvan vele dateren uit de Middeleeuwen. Het maken en onderhouden van deze vijvers met hun aarden dammen vereiste veel werk en kosten. Ons onderzoek heeft uitgewezen dat deze door de mens gemaakte vijvers werden gebruikt om vee te voorzien van water, vis te kweken om op te eten en te verkopen, kleren te wassen, hennep te weken ter verdere verwerking, en voor recreatie. Eén van de meest belangrijke functies van de vijvers in het verleden was om molens te laten draaien, primair voor het malen van graan, maar ook voor het persen va olie en het zagen van hout. Vele van deze molens zijn verdwenen en veel van de molens die het overleefden worden bedreigd door verval of herontwikkeling. Ons recente veldonderzoek van plaatsen van vijvers en molens, geïdentificeerd vanaf de historische kaarten, werd ontworpen om de resterende plaatsen van vijvers en molens te documenteren, onze historische gegevens te verifiëren, nieuwe GIS- en GPS-technologiën te testen, en de voorwaarden en functie van verandering van deze objecten in de huidige economie beter te begrijpen.

Ons veldonderzoek omvatte het beoordelen, op video zetten en fotograferen van deze plaatsen, hun locatie te verifiëren door GPS-punten op te nemen en, door het gebruiken van onze Garmin GPS, om historische kaarten uit te lijnen op het huidige landschap (zie Figure 2). We voerden ook interviews uit met enkele van de huidige eigenaren van de plaatsen van vijvers en molens. Ons werk heeft 52 vijvers en 27 molens in de regio gedocumenteerd.

De gegevens en types analyses die we momenteel gebruiken om dit complexe landschap te bestuderen omvatten een serie kaarten, in het datumbereik van 1759 tot en met 2012, die zijn geïntegreerd binnen onze grote GIS database, historische records zoals kadastrale belastingrecords, agriculturele rapporten en bevolkingsgegevens uit bevolkingstellingen en registers van parochies en burgerlijke, omgevingsgegevens van vijvers (pollen, sediment geochemie, korrelgrootte, stabiele isotopen), en orale geschiedenis/etnografische interviews met lokale inwoners van de landschappelijke gebieden.

Een weergave van onze project QGIS database. Rechts is de eVis GPS grondfoto en gegevens van een recent gedraineerde vijver, daterend van ten minste 1834. In de GIS-afbeelding boven in het midden ziet u de locatie van de vijver als een gele stip. Rode stippen geven andere eVis grondfoto's weer van molens en andere historische of archeologische plaatsen.

Een weergave van onze project QGIS database. Rechts is de eVis GPS grondfoto en gegevens van een recent gedraineerde vijver, daterend van ten minste 1834. In de GIS-afbeelding boven in het midden ziet u de locatie van de vijver als een gele stip. Rode stippen geven andere eVis grondfoto’s weer van molens en andere historische of archeologische plaatsen.

Conclusie

Ons project startte met behulp van GRASS in 1986, en is doorgegaan met het gebruik daarvan, als ook met het commerciële ArcGIS en een variëteit aan andere programma’s zoals Photoshop, Garmin’s BaseCamp, eVis en andere. Met vele mensen die samenwerken vanuit verschillende instituten in de VS en Europa, en studenten die komen en gaan, is het gebruiken van gratis en open source programma’s zinnig. We hebben gemerkt dat de combinatie van QGIS en GRASS capabele gegevensanalyses en -visualisatie verschaft, eenvoudig te gebruiken, interoperabel, en draagbaar binnen ons project. Archeologen waren gedurende vele jaren sterk aanwezig binnen de GRASS en open source GIS-gemeenschappen, en hebben veel aan deze belangrijke inspanningen bijgedragen, veel mogelijkheden ontwikkelt en gedeeld. Ik heb verschillende 4-daagse korte cursussen QGIS/GRASS/R in Frankrijk gegeven in enkele jaren, deze programma’s gedeeld met veel archeologen vanuit heel Frankrijk.

Ons onderzoek zal doorgaan met het verkennen van de geschiedenis over een lange tijd van de relatie tussen de inwoners met dit landschap en we zullen ons werk uitbreiden tot buiten de focus van molens en vijvers om ook wijzigingspatronen van bossen, weiden en weilanden, landbouwgronden en voormalige wijngaarden in dit gebied daarin op te nemen.

Van linksboven met de klok mee: Lokaal Charolais-vee, etnografische interviews houden met lokale boeren, een GIS-kaart die de verandering in bos weergeeft van 1759 tot en met 1983, en een boek van de kadastrale belastingrecords van Uxeau 1791. In het midden een kleurenkaart van 1759 van Cassini van het gebied.

Van linksboven met de klok mee: Lokaal Charolais-vee, etnografische interviews houden met lokale boeren, een GIS-kaart die de verandering in bos weergeeft van 1759 tot en met 1983, en een boek van de kadastrale belastingrecords van Uxeau 1791. In het midden een kleurenkaart van 1759 van Cassini van het gebied.

Contact

Auteurs

Jones, Tickner en Madry tijdens veldonderzoek

Jones, Tickner en Madry tijdens veldonderzoek

Dit artikel werd bijgedragen in augustus 2013 door Dr. Scott Madry. Hij is een onderzoeks associate professor in de Curriculum in Archaeology van de University of North Carolina aan Chapel Hill’s Research Laboratories of Archaeology. Hij is verbonden aan de faculteit van de International Space University in Straatsburg, Frankrijk, en is een chercheur associé du Laboratoire Archéologie et Territoires de l’UMR 7324 CITERES, Université François-Rabelais/CNRS. Dit onderzoeksproject is in samenwerking uitgevoerd met Dr. Elizabeth A. Jones, historisch antropologist (UNC), Dr. Amanda B. Tickner, paleoetnobotanist (UNC) en Dr. D. Seth Murray, etnograaf en oraal historicus (NCSU).